Amstelbocht

Klik hier voor meer foto's....

Holendrechterweg 8
1191 KT Ouderkerk aan de Amstel

Boerderij en IJsclub

Witgepleisterde, rietgedekte boerderij uit de17e eeuw. Fraai langhuis type met terzijde uitgebouwde opkamer en een kelder. In de aanbouw is de vroegere verhoging voor het inrijden van werkwagens nog zichtbaar. De naam van Amstelbocht was rond 1800 Benningdam. 
Rond 1970 was op het weiland achter de boerderij de landijsbaan van de ijsclub, die daardoor ook de naam Amstelbocht behield. 
Rijksmonument 31958.

Boerderij Benningdam

De Gasthuizen van Amsterdam bezitten in de 17e eeuw diverse landerijen rond Amsterdam. Zo ook aan de Bullewijk in Ouderkerk.

Op 15 mei 1687 koopt Jan Six, heer van Wimmenum en Vromade de genoemde 12 percelen land die ten zuiden grenzen aan de boerderij en land waarvan in de koopakte als eigenaar wordt genoemd Marritie Kornelis (Boot), weduwe van Pieter Huijbersz Boot. Deze boerderij ten zuiden van dit gasthuisland is zo goed als zeker de latere hofstede “Benningdam”. De naam verandert in de loop van de tijd twee keer. Als eigenaar Herman Jurgens in 1765 overlijdt  staat er “Selden tijd sonder strijd” boven de poort. Deze naam blijft gehandhaafd tot 1800. Op 7 oktober 1800 heet de boerderij van ouds genaamd “Benningdam” nu “Amstelbogt”

In de allereerste vermeldingen van het Kadaster in 1832 is de weduwe van Carel Reuver eigenaresse van de hofstede en landerijen, ca. 32 ha groot. Carel Reuver is sinds 1798 eigenaar van de suikerraffinaderij Het Groene Woud met woonhuis op de Prinsengracht tussen Looiersgracht en Oude Looiersstraat in Amsterdam. Hij overlijdt in 1811. Carel Reuver was ook eigenaar van de hofstede “Hoofdenburg” in de Klein-Duivendrechterpolder aan de Bullewijk op de hoek van het Zwet (nu Middenweg). De hofstede blijft tot 1877 in bezit van de familie Reuver.

Jan Smit woont met zijn gezin op de hofstede “Amstelbogt” tot 1885. Hij verkoopt de hofstede dan aan Dirk van Kempen en verhuist naar Amsterdam. Dirk van Kempen, landbouwer uit Aarlanderveen is eigenaar tot 1918.

Met dank aan Frans Zwerver.